Begroting 2014 door PVV afgewezen

Het is een bijzondere situatie waarin we de algemene beschouwing houden. Een situatie die vooral gekenmerkt wordt door onzekerheid, maar waarin we ook staan in een omslag in het denken.
De onzekerheid betreft de slechte financiële situatie, maar nog meer de informatie over deze financiële situatie. Deze onzekerheid geeft trouwens heel scherp aan, dat de Provincie volstrekt afhankelijk is van de Rijksoverheid en maar heel beperkt eigen beleid kan voeren.

Wij vinden het daarom ook verstandig dat de echte bespreking van de financiële situatie pas plaats vindt bij de bespreking van de Voorjaarsnota 2014.


Kunnen we nu dan niets doen?


GS stelt een aantal dingen voor en daar zijn we het mee eens. Het is goed dat er nu een aantal principiële dingen worden afgesproken en dat er in het voorjaar 2014 gehandeld gaat worden.

1. Tekorten op de afrekening van een jaar worden niet meer verrekend met de algemene reserve
2. De algemene reserve wordt gebruikt om niet voorziene tegenslagen op te vangen.
3. De algemene reserve wordt gehandhaafd op 14 miljoen
4. De tekorten voor 2016 en 2017 worden d.m.v. stelposten opgelost.
5. De stelposten worden ingevuld "richtinggevend" met de scenario's 2 en 3.
6. De invulling van de stelposten vindt plaats aan de hand van een voorstel van de hand van GS bij de behandeling van de de Voorjaarsnota 2014.

Richtinggevend betekent voor ons dat de bezuinigingen plaatsvinden in de programma's voor de aangegeven bedragen en onderdelen en dat er niet plotseling heel andere bezuinigingen komen. Deze manier van omgaan met de onzekerheid en het oplossen van de tekorten vinden we goed.

Twee algemene zaken willen we toch ook aan de orde stellen: de bestemmingsreserves en de Provinciale organisatie.

De bestemmingsreserves.
Hoe we het ook benoemen de Provincie Drenthe geeft meer geld uit dan er binnenkomt. In 2014 30 miljoen meer en in 2013 83 miljoen meer.


Dit kan alleen doordat Drenthe nog grote bestemmingsreserves heeft. Deze worden nu terecht uitgegeven om de werkactiviteiten en de werkgelegenheid in 2014 op peil te houden. Juist nu het lijkt dat 2014 voor Nederland misschien een beetje beter gaat worden, zou het onverstandig zijn als de Provincie in 2014 zijn uitgaven erg zou gaan beperken, maar het blijft wel zo dat in de periode 2013- 2017 159 miljoen meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt.


Het resultaat is dat er 1 januari 2013 221 miljoen beschikbaar was en eind 2017 nog 77 miljoen als "vrije" bestemmingsreserve, de financieringsreserve niet meegerekend. Er dient zich daardoor binnenkort een nieuw probleem aan, namelijk de investeringen worden nu gefinancierd vanuit de bestaande reserves, maar in de toekomst zullen ze gefinancierd moeten worden door afschrijving te doen op investering of door vooraf te gaan reserveren. Beide oplossingen leiden tot extra lasten in de begrotingen van de komende jaren. De conclusie is dat de uitgaven moeten worden beperkt, want het is niet te verwachten dat er nog andere publieke bedrijven verkocht kunnen worden of dat er compensatie komt vanuit Den Haag voor projecten die niet zijn doorgegaan. De twee programma's waarin het meeste wordt uitgegeven zijn 2 en 7, de mobiliteit en Groen Drenthe. Het stimuleren/ subsidiëren van het openbaar vervoer en investeren in Groen stammen uit een tijd dat er voldoende geld was en dat er allerlei leuke dingen voor de burgers verzonnen konden worden.

Opcenten Motorrijtuigenbelasting.
Een uitgangspunt van de PVV is dat de inkomsten van de Provincie niet vergroot mogen worden door de lasten voor de burgers te vergroten. Het is dan ook voor ons niet acceptabel om de opcenten voor de wegenbelasting te verhogen. Deze leveren al 51 miljoen op terwijl er slechts 10 miljoen aan besteed wordt aan het onderhoud van de wegen. Als extra argument tegen de verhoging geldt tevens dat de Provincie het onderhoud van de wegen wil verlagen van niveau 7 naar niveau 6. We komen dan ook met een motie om de opcenten niet te verhogen maar te bevriezen op het bestaande niveau.

Provinciale organisatie
Een voordeel van het snijden in de uitgaven van de Provincie in plaats van het verhogen van de lasten van de burger is dat de Provincie minder taken gaat vervullen en daardoor de omvang van het Provinciale apparaat kleiner kan worden.


De discussie over de omvang van de Provinciale organisatie begint ons steeds meer te bevreemden en we ervaren deze als een afleidingsmanoeuvre. Vast of flexibel personeel doet er niet toe als de omvang van de personeelslasten maar kleiner wordt. Deze nemen af van 43,3 naar 42,2 miljoen van 2012 naar eind 2017. Het is een unieke situatie om door het natuurlijk verloop van 80 a 90 fte. een heel nieuw contingent personeel aan te kunnen stellen. De vraag is dan niet alleen vast of flexibel, maar moeten alle vacatures wel opgevuld worden en wat voor nieuw personeel moet worden aangesteld om met minder personeel toch goed werk te kunnen blijven leveren? Het blijft vreemd en niet acceptabel dat de personeelskosten door de jaren heen nagenoeg hetzelfde blijven, er zou toch ook gesneden worden in het eigen apparaat?

Wat bizarre voorbeelden:
1. Het is naar onze mening ongepast om in een tijd dat de Provincie zich moet gaan beraden op een beperking van de uitgaven en een herbezinning op de Provinciale taken er toch nog een beeld geplaatst wordt op de foeilelijke geluidswal langs de A28 bij Spier. Een beeld dat naar onze mening een symbool zal worden van de onzin en geldverspilling om hier een geluidswal aan te leggen. Wat dit gaat kosten is niet terug te vinden in de begroting 2014.
2. We vinden het ook ongepast om een uitkijktoren van 1 miljoen te gaan bouwen bij de Onlanden om dit natuurgebied te kunnen bekijken. Bovendien is dit natuurgebied ons gepresenteerd als een overloopgebied voor water maar in de praktijk is het door het verhogen van de waterstand is het een moeras geworden.

Bij de start vermeldde ik een omslag in het denken die moet plaatsvinden. Dit zijn algemene beschouwingen en daarom wil ik er nu graag op terugkomen. De omslag betreft:

1. Het bestrijden in plaats van het bevorderen van het groene toekomstgeloof
2. Het beperken in plaats van het bevorderen van duurzame energie Voorbeelden

1.1 Het Dwingelereld: wat in generaties is opgebouwd aan cultuurgronden wordt nu teruggeven aan de natuur, alsof cultuurgronden geen natuur zouden zijn. Het Dwingelerveld is volgens het groene toekomstgeloof te rijk aan goede gronden, deze grond moest weer arm gemaakt wordt om de natuur te redden. Van deze gronden is daarom maar een geluidswal gemaakt. Daarvoor is overigens een strook bos van 5 km lengte en 50 meter breedte gekapt. Dat is wel 25 ha. De middenberm van de A28 bij Spier is ontbost, want het is zo leuk om daar een moeras te maken. Leuk voor de automobilisten, dan zien ze toch nog natuur. Trouwens de minimaal 25.000 automobilisten die dagelijks langs die geluidswal gaan, hebben dat hard nodig nu ze niet meer langs een bosrand rijden, maar het voordeel is wel dat de 100 bezoekers van het Dwingelerveld en de reeën natuurlijk hierdoor iets meer stilte hebben gekregen
1.2 De Onlanden: er is een groot weide/ landbouwgebied, ten ZW van de stad Groningen weer onder water gezet. Er is een moeras van gemaakt. Het Walhalla van het groene toekomstgeloof.. De boeren hebben dat gebied in generaties in cultuur gebracht, nu staat er een gebied zo groot als de stad Groningen onder water om de natuur te redden. Het wordt verkocht als een overloopgebied bij wateroverlast, maar er is gewoon een groot natuurgebied gecreëerd ten koste van de boeren. Als de waterschappen niet meegegaan waren in de groene gekte dan hadden zij een groot watergemaal kunnen bouwen bij de Waddenzee, opdat er altijd water geloosd kon worden ook bij vloed en hoogtij. Als de zeespiegel flink zou stijgen, wat in dit toekomstgeloof onafwendbaar is, dan zou er toch juist een groot gemaal moeten komen? Dan kan er altijd geloosd worden zelfs bij een zeespiegelverhoging. Een opvang van water in het achterland helpt dan niet. Of moet er toch een meer komen?
1.3 Herbebossing: de 25 ha die gekapt is bij Spier wordt in de begroting gecompenseerd doordat er 15 ha nieuw bos wordt aangelegd. Maar ongetwijfeld zal er weer meer dan 15 ha gekapt worden. Omdat het natuurbeleid rekening houdt met de kijkrichtingen, wat in simpel Nederlands betekent, bomen of passages die het zicht belemmeren worden omgehakt, evenals de bomen die niet inheems zijn, die mogen hier niet blijven want die verhinderen dat er een oorspronkelijk bos kan ontstaan.
Dat iedere boom een geweldige CO2-vanger is, kijk maar naar al het hout dat als koolstof teruggehaald is uit de atmosfeer, dat doet er blijkbaar niet toe, alleen eigen bomen mogen CO2 opvangen. Wat het nieuw planten en kappen van bomen gaat kosten is niet terug te vinden in de begroting. Wel is bekend dat 57.000 euro subsidie die een boer gekregen heeft om zijn bouwland om te zetten in een bosperceel weggegooid geld blijkt te zijn omdat de nieuwe eigenaar van dit perceel, de WMD, onze verbonden partij, dit bos onmiddellijk gaat kappen nu ze het terrein in eigendom heeft verworven. Het bos past volgens de WMD niet in het landschap. De WMD is kennelijk niet alleen deskundig op het gebied van water, maar ook op het gebied van landschap. Interessant is de vraag aan GS, wat ze daarvan vinden en wat ze er eventueel tegen willen ondernemen.

2. Energie
De duurzame energie in Nederland gaat vooral leiden tot veel duurdere energie. Dat wordt echter niet verteld. Duurzaam is goed, is beter wordt verteld, maar dat de burgers meer (30%) moeten gaan betalen wordt niet vermeld. Als je 2 systemen naast elkaar gaat ontwikkelen dan nemen de lasten altijd toe. Het oude systeem blijft volledig intact, want het moet in staat zijn om een 100% Energiebehoefte te kunnen voorzien als er geen wind of zon is. De prijs van de energie wordt hoger, omdat de duurzame energie (windmolens) betaald moet worden. In het oude systeem maar voor 80% gebruikt zal worden en op deze 80 % moeten alle kosten afgewenteld worden.

De energie wordt goedkoper wordt dan gezegd, vanwege de subsidies op alternatieve energie, verkregen door belasting op kolencentrales te heffen, maar deze belastingen moeten ook betaald worden en wel door de gebruikers, de burgers. Deze energieverhalen worden nog onzinniger als je weet dat de energieproductie de afgelopen 5 jaar met 50 % is toegenomen evenals de CO2 uitstoot trouwens. Deze toename komt door de vraag naar energie in China, India, Brazilië, waar daarom veel nieuwe kolencentrales worden gebouwd.

De drukte die we maken en de maatregelen die we nemen, hebben geen effect op de CO2-uitstoot wereldwijd, maar de extra kosten worden wel hier en nu ervaren door de burgers.
We hoeven geen gidsland te zijn, laten wij de grote landen maar volgen als zij energiemaatregelen nemen.

 Uitgesproken door Nico Uppelschoten bij de Algemene beschouwingen i.v.m. de behandeling van de Begroting 2014 door Provinciale Staten op 13-11-2013