Indonesisch avontuur Waterleidingmaatschappij, blamage voor de Commissaris van de Koning

Reactie op het antwoord van de Commissaris van de Koning (J. Tichelaar) dat hij alleen maar voor het SWOI (Waterprojecten Oost-Indonesië) op inspectiereis geweest is in Indonesië en niet voor de WMD (Waterleidingmaatschappij Drenthe).

Het probleem is “hoe” deze complexe materie goed te bespreken en toch de pijnpunten aan de orde te laten komen. De WMD is allerlei waterprojecten in Indonesië gestart met als doel het aantal waterputten en aansluiting van burgers op het waternet te vergroten. De WMD heeft daarbij steun ontvangen van de Stichting SWOI die van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking 10 miljoen euro heeft ontvangen om de projecten van de WMD financieel te ondersteunen.

Tot zover is alles duidelijk maar wat deed de SWOI nu precies? Was het louter een beheerstichting die het geld moest beheren en aan de WMD ter beschikking stellen? Al de inhoudelijke kennis en het werk werden verricht door de WMD. In deze benadering is de SWOI een papieren constructie, alleen maar bedoeld om aan de regels te voldoen, omdat ontwikkelingssamenwerking niet rechtstreeks aan de WMD (bedrijf) geld mag geven. Dan is het te begrijpen dat een voormalig gedeputeerde, burgemeester en de Commissaris van de Koning lid zijn van het bestuur en natuurlijk de directeur van de WMD, die de inhoudelijke kennis inbracht en de verbindingspersoon was met de werk/uitvoeringsorganisatie.

Als de SWOI een dergelijke beheerstichting zou zijn geweest, gaat het bestuur natuurlijk niet op reis om de projecten in Indonesië te bespreken. Men kent de projecten niet en je hebt geen enkele inhoudelijke deskundigheid t.a.v. deze projecten, alles loopt immers via de WMD.

Toch is het bestuur op bezoek gegaan naar Indonesië. Het reisverslag leest als een soort inspectieverslag. Met alle betrokken projecten zijn gesprekken gevoerd en is de stand van zaken doorgesproken. Ook met de ambassade is gesproken over de gang van zaken. Uit het reisverslag/ inspectieverslag blijken een paar opvallende dingen:

1. De ambassade maakt duidelijk dat dit soort projecten niet meer past in de opzet van de projecten met Indonesië, geïntegreerde projecten: water, infrastructuur, water landbouw, water sensoren.

2. De projecten zijn niet bedoeld om meer aansluitingen te realiseren, maar wel om dit soort projecten snel financieel gezond te maken.

3. Er is ook over de leningen gepraat en de leningen over 2006, 2007 en 2008 zijn als afgedaan beschouwd. Het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld. We hebben daar vragen over gesteld en als antwoord hebben we gekregen dat we dat kunnen terugvinden in de jaarverslagen. De vraag was echter heel simpel, zijn ze kwijtgescholden of als oninbaar aangemerkt?

Recapitulerend:

Of het SWOI was louter een beheerstichting, maar dan had er helemaal geen inspectiereis naar Indonesië hoeven plaats vinden, of de SWOI was meer, maar dan heeft er een slechte inspectiereis plaatsgevonden. Er is met iedereen gepraat en alle projecten zijn bezocht maar nergens is een alarmbel gaan rinkelen dat het niet in orde was, behalve de voorzichtig kritische opmerking (de eerder genoemde 3 punten).

In beide gevallen is het stichtingsbestuur fout. In de eerste situatie hebben ze een snoepreisje naar Indonesië georganiseerd wat niet nodig was. In het tweede geval zijn ze nalatig geweest omdat er geen goede inspecties hebben plaatsgevonden. In beide gevallen betreft de blaam de voorzitter onze Commissaris van de Koning.

Deze blaam wordt des te groter, omdat de commissaris als voorzitter van de SWOI een kritisch evaluatierapport ontvangen heeft en een brief van de minister waarin opgemerkt wordt dat deze projecten gestopt gaan worden en dat de schulden afgeboekt moeten worden. In beide gevallen heeft de voorzitter geen daadwerkelijke stappen ondernomen om deze problematiek bij de WMD aan de orde te stellen.

Het is formeel helaas juist maar wel heel kunstmatig om een strikte scheiding aan te houden tussen de WMD en de SWOI!

Nico Uppelschoten - 23 november 2016